21 september 2019 – Vandaag wandel ik via tempel 43, Meisekiji, naar bekkaku tempel Toyogahashi, waar Kukaï onder de brug sliep. Die tempel ligt in de oksel van een snelwegoprit, waar ik de nacht in de tsuyado doorbreng.
Een stevige tocht
Vandaag heb ik een behoorlijke afstand voor de boeg. Ik hoop dat het weer beter is dan gisteren. Gelukkig ziet het er goed uit. De wolken verdwijnen hier ook weer snel in dit seizoen. Het eerste stuk van het pad is vlak en dan stijgt het opeens naar 500 meter. Dat is een stevige klim: zo af en toe moet ik bijna klauteren om omhoog te komen.
Een stuk ingestort pad
Terwijl ik omhoogklim, heb ik blijkbaar een bordje gemist, want op een gegeven moment kom ik bij een stukje van het pad dat helemaal weggeslagen is. Gelukkig is er met touwen een alternatieve route opgezet, waardoor ik eromheen kan klimmen. Als ik even later op de bosweg terugkom, zie ik daar een bordje waarop zelfs in het Engels is aangegeven dat het pad gesloten is.
Over een bergruggetje
Ik vervolg mijn route via de Hanaga-toge-pas langs allemaal kleine bospaden. Die zijn nat en modderig van de regen van gisteren. Het gaat behoorlijk omhoog en omlaag hier, maar alles is beter dan het alternatief, een tunnel van 420 meter. Via een oversteek over een aantal stevige stenen in een beekje kom ik weer op een gewone weg terecht.
Tempel 43 is mooi
In Seiyo ligt tempel 43. Dat is een oase van rust. Deze tempel staat in het teken van de dageraad en van stenen en stamt uit de jaren 600. Daarmee is hij een stuk ouder dan de tempels die Kukaï gesticht heeft. Rond half tien verlaat ik deze tempel weer en ga verder op de route.
Let op: er is achter deze tempel een mini-Shikoku-bedevaart te doen. Die heb ik zelf helemaal gemist, maar misschien dat ik er een volgende keer langs kan gaan.
Weer langs een saaie weg: route <56>
Het grootste deel van de dag wandel ik langs de welbekende doorgaande weg nummer 56. Soms een stukje ervan af, soms langs de route zelf. Ik kom een gebakswinkeltje tegen en besluit mezelf te verwennen met koffie en een stukje gebak. Van de lieve dames achter de toonbank krijg ik een koude thee en een rijstballetje als o-settai. Wat word ik hier verwend. Zij krijgen natuurlijk een osame-fudo van me! Na een bezoekje aan het toilet verlaat ik hen om verder te wandelen.
Een lange tunnel
Ik mis een opgang naar een bergpad, hoewel ik gezien het aantal kilometers vandaag liever langs de hoofdweg doorstap. Dat betekent dit keer wel een tunnel van 1117 meter. Dat is best veel op een smal pad langs het intensieve verkeer. Gelukkig kan ik mijn buff als mondmasker gebruiken tegen de uitlaatgassen.
Ozu, een burcht en rivier
Na de tunnel wandel ik Ozu binnen via een weg met mooie oude, traditionele Japanse huizen. Ik kom langs de rivier, waarin allemaal bootjes liggen met teksten op de stoffen daken. Langs de rivier zie ik de burcht liggen. Dit is ook al zo’n mooi strategisch punt om een vesting te bouwen. Ik wijk dit keer niet van mijn route af om de burcht te bezoeken.
Druk: de meubelboulevard en industriegebied
De route brengt me nu in een steeds drukker gebied. Er komen steeds meer meubelwinkels, garagebedrijven en andere blokkendozen op mijn pad. Soms zie ik nog wat van de oude glorie van het gebied, maar de schreeuwende reclames nemen het helemaal over.
Waar Kukaï onder de brug sliep: Toyogahashi
En net als ik denk dat het niet gekker kan, zie ik een tempel liggen onderaan een snelweg, met een enorm kruispunt voor de deur. Daar ga ik vannacht slapen! Ik arriveer rond een uur of vier en begin met mijn ritueel. Er is hier maar één altaar. Ik zie dat er een enorme overstroming is geweest waardoor de oude tempel vernield is. In een portocabin huist de monnik van dienst. Hij geeft me de kalligrafie en stempels en wil me ook wel onderdak bieden in de tsuyado. Hij zal het me uitleggen als de tempel dicht is. Ik mag slapen waar Kukaï onder de brug sliep!
Plannen, eten en slapen
Ik ga even rustig zitten om te kijken waar ik morgen verwacht uit te komen. Op basis van mijn huidige tempo en het verwachte slechte weer denk ik dat ik Ryokan Fujiya in Uchiko wel kan bereiken. De monnik wil wel voor me bellen met mijn mobiele telefoon. Gelukkig is er plek in de Ryokan: ik ben er vanaf vier uur welkom.
Thuisfront is ziek
De tsuyado is een portocabin achter de toiletten. Daarin is plek voor drie à vier pelgrims, maar ik ben alleen vannacht. Ik bel via Facetime met het thuisfront en hoor dat mijn vrouw de griep heeft. Gelukkig kan mijn zoon de boodschappen doen. Het is fijn om te weten dat thuis alles verder goed is.