12 september 2019 – Om half zeven ben ik beneden. En dan blijkt, dat het buffet normaal pas om zeven uur open gaat. Gelukkig is de keuken rond kwart voor zeven klaar met het inrichten van het buffet en mag ik gelijk mijn blaadje vullen. Het heeft zo zijn voordeel om de dag te beginnen in pelgrimskleren!
Het eten is lekker en best goed voor een buffet. Ik neem er wat sap en thee bij, naast de standaard misosoep. Als ik klaar ben, zet ik mijn blaadje in de afruim-tray en pak mijn spullen bij elkaar. Mijn sleutel had ik al ingeleverd, dus ik kan vertrekken. Ik wandel Susaki uit langs de pizzeria waar ik gisteren zo lekker gegeten heb. Mijn lippen zijn ingesmeerd met balsem en mijn schuurplekken dik ingevet. Ik kan er weer tegenaan voor vandaag!
Even rust in Awa
Na een uur of twee wandelen pauzeer ik even bij een Lawson’s in Awa. Binnen zijn geen zitjes, dus ik ga even buiten zitten, trek mijn schoenen uit en drink rustig mijn koffie en eet een cakeje.
De zon staat alweer hoog aan de hemel. In de verte zie ik wat wolkenpartijen met donderkoppen hangen. Ik hoop dat die snel overdrijven. In mijn voorbereiding dacht ik vandaag de Osaka henro trail te volgen, de zuidelijke van twee routes. Ik wandel echter vandaag met de Japanse routegids en die volgt de doorgaande weg.
Route <56> all the way
Vandaag wandel ik daarom hele stukken langs route <56>. Gelukkig is er niet zoveel verkeer op de weg en zo af en toe leidt de route me van de weg af naar een parallelweg of over een bergruggetje heen. Van Tosa-kure naar Shimato-town gaat die weg door vier tunnels. En omdat Japanners geordend zijn, zijn die tunnels gewoon genummerd van 1 tot en met 4: Kurezakada-Ichi/ -Ni/ -San/ -Yon. Ik passeer de Nanako-pas, gelukkig valt die mee omdat ik over de weg wandel. Even later zie ik gewoon weer de routewijzers van het pelgrimspad.
Lunch in een restaurantje
Rond twaalf uur zie ik een bord waarop is aangegeven dat het nog 13,8 kilometer is naar tempel 38. Normaal is dat een uur of drie wandelen, maar ik moet ook nog lunchen. Dat betekent dat ik waarschijnlijk laat in de tempel aan ga komen. Nog geen kilometer verderop zie ik een restaurant naast de weg. Er staan wat auto’s voor de deur en ik pak de moed bij elkaar om het onbekende binnen te stappen. Ik ben nog niet eerder zomaar een eettentje binnen gelopen.
Als ik over de drempel stap, word ik gelijk begroet. Met een grote glimlach leidt een van de dames me naar een plekje aan een lage tafel. Ik trek mijn schoenen uit, ga op de tatamimat zitten en krijg een kaart van haar. Alles wat daarop staat is in het Japans. Gelukkig staan er wat plaatjes bij. Google translate op mijn telefoon helpt me een klein beetje verder. Als de dame terugkomt en thee en ijswater serveert, wijs ik op de plaatjes en bestel daarmee een kom Udon.
Het blijkt een prima keuze, ik krijg een kom met soep, een soort gehakt, allerlei groenten en natuurlijk de Udon, rijstnoedels van een millimeter of vier dik. Het gerecht is scherp, hartig en voedzaam. Ik geniet met volle teugen en vul mijn energie aan met de lekkere soep. Ondertussen heb ik alle tijd om te kijken naar de andere gasten. Zo te zien stoppen er veel werklui hier. Ik zie allerlei soorten overalls, maar ook een enkele zakenman in pak. Het is gezellig druk.
De lucht betrekt
Na een half uurtje sta ik weer buiten, mijn buik is vol en ik heb er zin in om het laatste stuk te lopen. Al snel trekken er grijze wolken langs de hemel en rond half twee begint het te regenen. Eerst rustig, zodat ik de tijd heb om mijn regencape aan te trekken, dan hard, waardoor ik ook mijn regenbroek aan moet doen. Het water spat wel 10 centimeter op van de straat, zo hard gaat het tekeer. Het langsrijdend verkeer spat enorme hoeveelheden water op. Ik ben blij dat mijn schoenen waterdicht zijn.
Twee keer vlucht ik een konbini in om even bij te komen. Een keer met ijskoffie, de andere keer met warme koffie en een rijstcakeje als gebak. Vreemd genoeg is de temperatuur nauwelijks gezakt, ik zweet me dus rot in mijn regenkleding.
En dan tempel 37
Uiteindelijk kom ik rond half vier aan bij de tempel. Ik zie het poortgebouw liggen aan het eind van een straatje. Er wapperen wat vlaggetjes in alle kleuren van de regenboog. In deze tempel zet ik twee collega’s in het zonnetje, die vandaag te horen hebben gekregen dat ze ontslagen worden. Ik leef met hen mee en schrijf voor hen een wens op de osamefuda die ik bij de altaren in de box gooi. Een beetje steun voor hen kan geen kwaad! Terwijl ik in de tempel ben, begint het weer te hozen.
In het nokyocho-kantoor worden de stempels gezet en kalligrafeert een monnik de pagina. Prachtig om te zien hoe hij dat doet. Ik vraag hem waar ik me moet melden voor de overnachting, mijn Shukubo. Hij stuurt me door naar een ingang verderop. Als ik daar aan kom word ik welkom geheten door een dame waarmee ik al snel Spaans spreek. Ze is getrouwd met een Spanjaard en spreekt liever Spaans dan Engels. Ze checkt me in en begeleidt me naar mijn kamer. Die ziet er prima uit.
Morgen een ochtendceremonie
Ik krijg van haar ook de uitnodiging om me morgen om 6:00 te melden voor de ceremonie, want dan opent de hoofdmonnik de tempel. Dat wil ik graag een keer bijwonen. Nu eerst naar de o-furo en de wasmachine vullen, dan eten. Ik had het Henro House voor morgenavond al geboekt, gezien de ervaring van vandaag moet het wel lukken om daar te komen. Het is vanaf hier 86 kilometer naar tempel 38, dat wordt een dag of drie wandelen!
Verkeken op de afstand
Ik had me gisteren niet gerealiseerd dat de afstand van vandaag zo groot was. In het boekje zijn het vier pagina’s met schaal 1:60.000. De route loopt alleen van rechtsboven schuin naar linksonder. En dat is dus een langere afstand dan “gewoon” van rechts naar links op de pagina. Ik kan dus weer een leerpuntje noteren. Naast pagina’s is het handig ook even naar de kilometers te kijken.
De nacht is onrustig. Het onweert en regent erg hard en mijn kussen ligt niet lekker. Ik slaap in kleine rukjes en rust maar weinig uit.