9 september 2019 – Gisteren ben ik aangekomen in Guest House Suisen. Nu heb ik uitgevonden waar het precies ligt. De locatie staat niet in de Japanse routegids. Gelukkig laat de kaart op mijn iPhone netjes zien waar ik ben. Als ik vervolgens op de kaart kijk, zie ik dat de route best wel dichtbij op te pikken is. Ik moet ongeveer een kilometer wandelen om de markeringen weer terug te vinden.
Ontbijt met het nieuws op de achtergrond
Vannacht heb ik heerlijk geslapen. Het ontbijt is er om half zeven. Weer een heerlijke mix van warme en koude gerechten. Zoals bij ieder maaltijd staat er ook een kom miso-soep bij. Het is de bedoeling dat je die slurpend leegdrinkt. Dat heb ik van een Japanner geleerd bij de onsen een paar dagen geleden. Op het nieuws zie ik net dat de tyfoon die eerder voor de forse buien zorgde, net Japan schampt. De wolken die rond de kern draaien, geven her en der behoorlijk wat wateroverlast. Ik hoop dat we vandaag daar geen last van hebben.
Op weg naar tempel 29
Vandaag wandel ik in mijn tweede setje kleren. Het is fijn om eens wat anders aan te hebben en ik laat mijn was lekker buiten hangen vanochtend. De start gaat voorspoedig. Ik maak lekker meters. Rond een uur of zeven ben ik al bij de Totaijima Bashi brug. Daar zie ik weer een enorm veld met tripods naast de rivier staan.
De route leidt me langs wat agrarisch gebied. Her en der staan plastic kassen waarin groente groeit. Ik ben in het Westland opgegroeid, het voelt bijna als thuis! Nadat ik een spoorlijn ben overgestoken, zie ik een Family Mart, waar ik even pauzeer voor een kop koffie. Hier kan ik even lekker buiten zitten onder een afdak. Dat zie je niet veel bij de konbini, meestal is het een klein zitje in de airco-ruimte. Het is kwart over acht en daarmee nog niet echt heet.
Tempel 29 – Kokubun-ji
Ik kom aan bij -alweer- tempel Kokubun-ji. Blijkbaar gebruiken ze de namen van de tempels hier vaker. Dit is een prachtig groene tempel, die ook nog eens in een landelijke omgeving ligt. Heerlijk om even tot rust te komen en mijn ritueel te doen. Dat gaat nu vrijwel op de automatische piloot. Alleen het voordragen van de hartsoetra is nog steeds een opgave. Ik lees meer voor dan dat ik ‘zing’. Het is een lastige tekst die maar niet blijft hangen.
Als ik mijn stempels haal, vraag ik de dames in de nokyocho-office of zij toevallig de Route Guide verkopen. Als eerste reactie krijg ik ‘nee’ terug. Dan zegt een dame in het kantoortje achter de stempelaar iets, wordt er wat gerommeld en komt er een Engelstalige versie van de Route Guide, editie september 2015, tevoorschijn. Ik kan mijn geluk niet op. En dat straal ik uit. Met handen en voeten maak ik duidelijk dat ik dat boekje zoek omdat ik het mijne kwijt ben geraakt.
En ik heb weer een Route Guide
Een van de dames loopt vervolgens weg naar een kopieerapparaat. Ik verwacht dat ze een paar kopietjes voor me maakt van de route voor de komende dagen. Maar nee hoor. Als ze terug is, krijg ik het boekje van haar. De kopie is voor henzelf. Ze heeft alleen de pagina gekopieerd waar hun eigen tempel op staat. Het boekje krijg ik van hen als o-setai! Ik bedank hen hartelijk, geef mijn osamefuda en een klompje aan beide dames. Daar zijn zij dan weer door geroerd. Helemaal emotioneel bedank ik hen, wens ze een fijne dag en wandel naar buiten.
Ik moet even bijkomen van de emotie voordat ik mijn spullen weer pak om verder te gaan. Ik vind het zo fijn, dat ze me als pelgrim helpen, ook al spreek ik hun taal nauwelijks en ben ik duidelijk geen Japanner. Dat maakt ze niets uit.
Genieten van de tocht
Ik vervolg mijn route, steek een brug over en wandel verder. Ik heb de keuze om langs de rivier of langs een drukke weg te wandelen. De rivier wint het, omdat ik daar lekker rustig kan lopen. Langs de route staat een prachtige houten henro-hut, waar ik even een korte pauze hou. Het is fijn om even uit de zon te zijn, want de temperatuur stijgt behoorlijk. Vandaag wordt weer heet: atsui desu!
Tempel 30 – Zenraku-ji
Als ik bij tempel 30 aankom, weet ik even niet wat ik moet doen. Ik zie geen poort en qua structuur lijkt dit eerder een Shrine dan een tempel. Gelukkig zie ik dan de tempel met het hoofdaltaar en weet ik waar ik mijn ritueel kan starten. In de tempel raak ik in gesprek met een Japanse dame. Ze stelt de inmiddels bekende vragen en ik antwoord dat ik uit Nederland kom, de tocht wandel en alle tempels ga bezoeken. Ook wil ze weten hoelang ik in Japan blijf. Als ik zeg dat ik twee maanden hier ben, valt ze stil. Dan krijg ik een snoepje van haar als o-setai. Ik geef haar daar natuurlijk een osamefuda voor terug. Van de monnik van dienst krijg ik als o-setai schattige, papieren zakdoekjes.
Door naar tempel 31
Als ik de route verder volg, zie ik opeens het poortgebouw van de tempel staan. Er zit misschien wel 300 meter tussen poort en tempel. Dat had ik niet verwacht. Blijkbaar komt de route via de achteringang bij de tempel. Ik bedank de tempelwachters en zeg ze gelijk weer gedag.
Ik wandel nu de drukkere delen van Kochi binnen. Er wordt hier hard gebouwd aan een nieuwe snelweg. Het is een betonnen constructie op enorme pijlers. De route slingert er omheen. Door het vele asfalt is de hitte hier enorm. Rond half twaalf is het niet te harden in de zon, terwijl er weinig schaduw is.
Ik steek een rivier over en kom meteen in een andere wereld. Hier is het bosrijker, groener en daardoor ook gelijk iets minder heet. Het pad kronkelt een beetje en gaat dan een bospad omhoog. Ik kom in een botanische tuin uit. Er staan prachtige planten en bomen. Ergens hier moet ook een tempel verborgen zijn, alleen kan ik niet vinden waar. Juist op dat moment zie ik dat Katja actief is op de app. Zij kan in Nederland met Find my iPhone zien waar ik ben. En dat is nu erg handig, want ik zie niets op mijn scherm vanwege de felle zon. Ik wandel een bepaalde richting in en hoor van haar of ik goed zit. Dat helpt. Na even zoeken kom ik bij de ingang van de tempel.
Tempel 31 – Chikurin-ji
Boven op de heuvel hier ligt een uitgestrekte tempel. Als ik er naar binnen loop, zie ik een stelletje rondlopen met een fotograaf. Zo te zien zijn ze net getrouwd en worden er foto’s van hen gemaakt. Mooi om te zien hoe prachtig ze eruitzien in hun traditionele kleding. Er dribbelen wat mensen om hen heen om te zorgen dat ze goed op de foto staan, hun spullen bij zich houden en dat er schaduw is voor de bruid.
De tempel is groot, met een mooie stilteruimte en beeldengroepen. Er staat zelfs een pagode met vijf niveaus. Ik moet hier eerst even mijn weg vinden, bijkomen van de verbazing, voordat ik mijn gewone rondje kan doen. Gelukkig verloopt dat zoals altijd en kan ik al snel op zoek naar het nokyocho-kantoor. Dat blijkt nog een hele zoektocht. Uiteindelijk vind ik het, betaal ik mijn ¥ 300 voor de stempels en ga ik weer verder.
En weer het water over
Een opvallend groene brug brengt me verder op de route. Ik wandel weer langs een rivier. Er is veel water in Kochi. Deze route loopt parallel aan de snelweg en dat is te horen ook. Gelukkig gaat het pad al snel de stad uit en wandel ik weer langs landbouwgrond. Prachtig om te ervaren hoe zelfs in steden het platteland vlakbij is.
Tempel 32 – Zenjibu-ji
Ik beklim weer een heuvel, ga een serie henro-steps op en kom aan bij tempel 32. Ik heb mijn wandelbestemming voor vandaag bereikt. Vanuit de tempel heb je een prachtig uitzicht over de baai van Kochi. De tempel zelf heeft houten gebouwtjes en een enorme collectie stenen beelden. Het is een prima plek om tot rust te komen maar eerst doe ik hier mijn rituelen. Zodra ik daar klaar mee ben, bel ik weer met mijn gastvrouw. Zij geeft aan dat ik een half uurtje moet wachten en dat ze me dan komt ophalen.
Met de auto terug
Rond vier uur staat ze op de parkeerplaats. Heerlijk om een auto met airco in te stappen. Ik krijg het zelfs even koud in de auto. Terwijl ze wegrijd, vraagt ze me of ik het erg vind dat ze even een andere pelgrim op gaat halen. Natuurlijk vind ik dat niet erg, dat doet ze met mij toch ook? We rijden bijna een half uur naar tempel 34. Onderweg is ze druk met de televisie op het dashboard, geeft ze commentaar op het nieuws, gebruikt ze google translate op haar telefoon en laveert door het verkeer. Het is een wonder dat er geen brokken van komen.
Een Japanse henro
Op de parkeerplaats van de tempel stapt een oudere, tanige Japanse henro in. Hij spreekt gelukkig goed Engels. Als we in gesprek raken, vertelt hij dat hij zijn eerste ronde henro gestart is op 1 juli. Inmiddels is hij aan zijn tweede aaneengesloten ronde bezig. De eerste keer was zijn verblijf in Suisen zo goed bevallen, dat hij nu voor de vijfde nacht daar slaapt. Helaas moet hij morgen naar een nieuwe overnachtingsplek, omdat de rit om hem op te halen te lang zou worden.
Samen plannen
We praten even over de planning van de volgende overnachting. Hij heeft een paar slechte ervaringen van de vorige ronde en belooft me te bellen om door te geven of zijn volgende overnachtingsplek de moeite waard is. Hij is verbaasd, dat ik een Japans telefoonnummer heb. We wisselen telefoonnummers uit en spreken af elkaar op de hoogte te houden.
Tussendoor praten ze ook Japans met elkaar. Ik kan ongeveer de helft volgen, als ze maar niet te snel praten. Wat gaat het oppikken van de taal snel als ik eraan blootgesteld word. En natuurlijk helpt het om zo af en toe wat Engelse toelichting te krijgen.
Snacks
Rond half zes zijn we in het guest house. Daar krijg ik al snel watermeloen en snacks geserveerd. Ik kan zelf koude thee uit de koelkast pakken. Bij het eten van de snacks merk ik, dat mijn lippen kapot zijn. De hitte van de saus brandt op mijn lippen. Ik moet morgen maar eens op zoek naar lippenbalsem.
Waar slaap ik morgen?
Nog voor het eten hebben de Japanner, de gastvrouw en ik overleg over een goede overnachtingsplek. De eerste twee opties zijn vol, ik moet uitwijken naar een business hotel. En die zijn duur; takai! Helaas is er niets anders te vinden. Op voorstel van de Japanse henro biedt mijn gastvrouw aan om mijn rugzak naar het hotel te brengen. Dat is pas luxe, een tweede dag zonder bepakking lopen!
Door alle consternatie eten we laat. Pas om half acht staat het eten op tafel. En dan is het vlees nog aangebrand ook. Dat mag de pret niet drukken, ik voel me hier zo welkom en thuis, dat ik haar dat vergeef. Na het eten zoek ik mijn spullen bij elkaar, zodat ik morgen alles snel kan pakken. Dan blijkt, dat mijn broek netjes gevouwen in de kast van de zoon van de gastvrouw ligt. Gelukkig heb ik dat snel door en krijg ik hem weer terug. Zo, eindelijk naar bed om weer een nacht lekker te slapen. Morgen staat een kilometer of 26 gepland.