Categorieën
Blog Reisverslag

Dag 19 – Ik laat Kochi achter me

Ik sta op en bezoek het ritueel van de tempelopening. Vandaag wandel ik de hele dag langs route <56>, en ik laat Kochi achter me. In de middag kom ik aan bij Henro House Maaru. Het regent af en aan en ik heb last van de blaar onder mijn linkervoet.

13 september 2019 – Als ik om 5:00 echt klaarwakker ben, sta ik maar op. Het heeft de hele nacht regent dus mijn dag begint ook met regen. Ik zet de televisie aan voor het nieuws en weerbericht, pak mijn spullen bij elkaar, bestudeer de route van vandaag nog een keer. Het weerbericht stemt me somber, het blijft een groot deel van de dag regenen, dus bereid ik me voor op een zware tocht. Wandelen met regencape en -broek is zweterig, heet en niet fijn.

Nat, nat en nog eens nat

Een shop vol pelgrimssouvenirs

Rond kwart voor zes neem ik al mijn spullen mee naar beneden. In de shop bij de ingang van de Shukubo liggen allerlei pelgrimssouvenirs, leuk om te zien. Van auto stickers tot strooien hoeden, ze hebben hier van alles. Er komt nog een pelgrim naar beneden. Die heb ik gisteren langs de route gezien tijdens een pauze. Hij wandelde langs met zijn Nordic walking stokken.

De tempel opstarten met soetra’s

Samen lenen we een paraplu van de tempel en steken over naar het hoofdaltaar. Het plafond is daar versierd met allerlei paneeltjes, sommige traditioneel, sommigen modern. Er schijnt zelfs een schilderijtje van Marilyn Monroe tussen te zitten.

Soetra’s reciteren

Om 6:00 start daar de tempelceremonie en die mogen we meemaken. De hoofdmonnik is blij dat we er zijn, hoewel hij druk is met de voorbereiding van het ritueel. Hij geeft ons een papier met daarop de soetra’s die hij gaat reciteren. En dat is mooi om te beleven! Hij heeft een schorre, bijna raspende stem en lijkt een beetje korzelig. Het patroon van herhaling en de eentonigheid van zijn stem maakt dat ik mee kan doen met zijn ritme. De ervaring is meditatief, het geeft me rust.

In gesprek over Kobo Daishi

Als de ceremonie klaar is, gaat de monnik in gesprek met ons. Of beter, vooral in gesprek met de Japanse henro. Hij vertelt een heel verhaal over de zoektocht van Kobo Daishi, de 88 tempels, de 20 bangai die daaraan zijn toegevoegd. Ik snap er maar de helft van en vind ik het fijn dat hij het aan ons probeert uit te leggen. Rond half zeven is het klaar en vertrekken we weer naar het hoteldeel van de tempel. In het halletje waar ik mijn schoenen gisteren verwisselde voor slippers, neem ik afscheid van de Japanse henro, zeg gedag tegen de dame aan de receptie.

Op weg in de regen

Daar doe ik mijn rugzak om, trek er mijn regenkleding over aan en ga op weg. Onderweg stop ik bij de eerste Konbini, een Lawson’s om een ontbijt bij elkaar te scharrelen. Daar gaat de regenkleding weer uit omdat ik er even binnen kan zitten om mijn koffie en toast te eten. Daarna gaat alles weer aan en stap ik naar buiten, ik zie aan de overkant van de weg dat het een graad of 20 is. Dat scheelt in de hitte, hoewel de luchtvochtigheid met al de regen erg hoog is.

Weer langs route <56> ik laat Kochi achter me

Het grootste deel van de dag wandel ik weer langs route 56. Soms is dat saai, soms prachtig. De neergekomen regen hangt als vochtige damp net boven de velden. Het groen van de rijst is nog feller dan normaal. Ik vind het mooi om te zien hoe de regen het contrast in kleuren vergroot.

Verlaten en verwaarloosde plekken

Onderweg zie ik dat deze route niet veel meer gebruikt wordt. Er staan veel gebouwen leeg, parkeerterreinen zijn verlaten en de natuur grijp zijn kans. Als er hier ergens even geen mensen wonen, dan overwoekert het groen alles. Zonder onderhoud neemt de natuur terug wat wij ervan afgenomen hebben.

Bergje op bergje af, capeje aan en capeje uit

De weg gaat gestaag omhoog. Ik passeer de berg Gozaisho-no-mine op 290 meter hoogte en daal vervolgens weer af naar zeeniveau. De regen stopt en begint weer en stopt weer. Gelukkig zijn het geen stortbuien meer. Iedere keer gaat mijn regencape uit of weer aan. Ik hang de cape aan mijn buikband als ik hem niet draag. De regenbroek blijft uit, want van het zweet word ik natter dan van de regen. Bij een van mijn stops kwam de henro met de Nordic Walking stokken aanlopen, toen ik net op het punt van vertrek stond. Hij heeft er ook lekker de pas in!

Reiki-Master

Op een gegeven moment komt een Japanse henro me achteroplopen. Hij heeft er fors de pas in, maar houdt even in om me te groeten en te vragen waar ik vandaan kom. We raken in gesprek, zijn Engels is prima. Fijn om even met elkaar te kunnen praten, het is gelukkig droog. Hij vertelt dat hij boven de zestig jaar oud en gepensioneerd is. Als Reiki-Master wandelt hij veel, heel veel. Op deze henro wandelt hij gemiddeld 50 kilometer per dag. Als oefening heeft hij tochten van 200km in 24-uur gewandeld. Omdat hij wat last heeft van een van zijn benen, doet hij het nu wat rustiger aan. Wow, op zijn leeftijd zo fit zijn, daar teken ik voor! Al snel pakt hij zijn normale tempo op… en 7,5km per uur wandelen hou ik niet vol. We zeggen gedag en ik zie hem bij me weglopen.

Rust bij een konbini

Rond half twaalf neem ik even rust bij een volgende Lawson’s konbini. Ik trek mijn schoenen en sokken uit en zit even met mijn voeten omhoog buiten op een bankje mijn koffie te drinken. Het weer is iets beter geworden. De ergste regen lijkt voorbij. Er is nog wel veel bewolking.

En weer terug bij de kust

De route leidt me weer naar de kust. Vandaag rond ik weer een kaap. Daarmee laat ik Kochi achter me, want in de grote baai die ik nu uit wandel, ligt die stad. Nog twee tempels en dan ben ik in Ehime, de derde prefectuur van het eiland. Wandelen langs de kust geeft me rust. Het geluid van de golven die op de rotsen breken is geruststellend, het uitzicht over zee weids. En vaak genoeg beginnen de berghellingen direct aan de andere kant van de weg waarop ik loop.

Ben ik te vroeg over?

Ik rust even uit in een henro-hut bij Nada Port. Het is pas half twee en dat is veel te vroeg om aan te komen bij het henro house. Ik hoef nog maar 2,2 kilometer, en half uurtje. Daarom besluit ik een ‘groene’ route te volgen die helemaal de kaap volgt. En dat is een goed keuze. Het is een prachtige tocht met veel natuur en zo af en toe een wanstaltig bouwwerk aan de kust. Het leverde mooie plaatjes op van groene natuur en geweld van golven! Ik kom uiteindelijk aan bij een haventje. Daar zoek ik de route weer op en probeer uit te vinden waar ik moet zijn.

Een echte Japanse buurtsuper

Lange de route is een klein winkeltje, ik ga daar naar binnen om mijn voorraden aan te vullen. Ze hebben allemaal Japanse spullen, dat betekent experimenteren met wat ik koop. Ik herken de verpakking van koude chocomelk. De afgelopen dagen heb ik dat aan het eind van mijn wandeldagen gedronken. Het geeft energie en vult wat eiwitten aan. Als ik heb afgerekend, vraag ik of ik even op een van de bankjes mag zitten om wat te eten en te drinken. Natuurlijk mag dat! De eigenaresse wil weten waar ik vandaan kom, hoe lang ik in Japan ben en of ik de hele tocht wandel. De antwoorden op die vragen komen er inmiddels redelijk goed uit in het Japans. We praten even over het weer en dan is het tijd om te vertrekken.

Op zoek naar het henro House

Henro House Maaru ligt in een wijkje iets van de hoofdweg af. Ik vind het eigenlijk best snel, er staat een Henro House banner buiten. Die is niet te missen! Als ik er aankom, is er niemand. Ik zet mijn rugzak neer en kijk even rond. De deur is gewoon open en ik kijk even binnen, roep een aantal keren Sumimasen! maar niemand reageert. Ik verwacht dat ik te vroeg ben en besluit een rondje door het dorpje te wandelen.

Bellen met de eigenaar

Nadat ik een tijdje bij e haven heb gezeten, gaat het miezeren. Ik besluit terug te gaan en dan maar te bellen om te kijken of er iemand opneemt. Bij het huis app ik even met Katja, verzamel dan mijn moed en bel het nummer dat in de bevestigingsmail staat. Na twee keer overgaan, neemt een dame op. In mijn beste Japans geef ik aan dat ik Mark heet, henro ben en bij het Henro House sta. Ze reageert gelukkig in het Engels. Met een minuut of vijf zal ze er zijn.

Het huis van oma

Al snel komt ze aangefietst. Ze laat me het huis zien en vertelt me dat ik vandaag als enige de plek heb gereserveerd. Ze vertelt dat het huis van haar oma was. Toen die overleed, besloot ze om het om te zetten naar een Henro house, want ze wil er geen afstand van doen. Het is van alle gemakken voorzien, badkamer, douche, keuken en ruime kamers. Door handig te schuiven met wat panelen heb ik een overzichtelijke kamer met (ouderwetse) airco. Beter kan het niet.

Vanavond eten bij de Minshuku

Dan vertelt ze dat ze ook eigenaresse is van Minshuku Takahama. Ze biedt me aan om daar te eten, want er is in het dorp verder weinig te krijgen. Voor ¥ 2.000 kan ik avondeten en ontbijt krijgen. Dan ben ik voor ¥ 5.000 helemaal onder de pannen. Dat zie ik wel zitten en om half zeven ben ik daar welkom om aan te schuiven. Voordat ze gaat, regelt ze mijn volgende overnachting. Ze belt eerst met Lodge Camilla, die zit vol. Gelukkig hebben ‘de buren’ wel plek. Morgen slaap ik dus in Minshuku Ansyuku.

Even opfrissen en mijn blaar verzorgen

Het lange afdalen vandaag heeft veel druk gezet op de blaar tussen mijn grote- en wijsteen. Die plek krijgt het zwaar te verduren door het schuiven in mijn schoen. Ik besluit na het douchen om de eerste laag van de oude blaar weg te knippen. Daardoor kan de tweede blaar opdrogen en hoop ik dat ik minder last heb. Ik merk morgen wel of het effect heeft. Ik kleed me om in mijn reservekleren en hang mijn wandeloutfit uit om te laten drogen.

Minshuku Takahama

Via de tunnel wandel ik op mijn slippers naar de Minshuku. Ik heb een paraplu geleend uit het Henro House, die houdt mijn lichaam droog. Mijn voeten zijn wel gelijk nat door het opspattende water van e auto’s. Dit is een eng tunneltje. Op de terugweg moet ik hier niet langslopen, dan maar door het dorp via de haven. In de Minshuku word ik welkom geheten door een man. Het blijkt de echtgenoot van de eigenaresse. Ik geef hem mijn henro-visitekaartje. Hij is helemaal onder de indruk van het ontwerp en wil weten wie dat gemaakt heeft. Als ik aangeef het zelf gedaan te hebben, wil hij het kaartje houden. Prima, daarom gaf ik het aan hem!

Lekker eten

Naast mij is er een Japans stelletje in de Minshuku. Ze zijn erg knuffelig en op elkaar gericht. Misschien zijn ze wel net getrouwd? Het eten is perfect: heerlijke sashimi, curry en iets uit de frituur. Ik drink er koude thee bij en water. Als ik klaar ben met eten, zeg ik ze gedag en wandel in het pikkedonker terug naar het Henro House. Morgenochtend om 7:00 ben ik welkom voor het ontbijt, dus ik mag uitslapen. Ik slaap lekker op een tatami mat met futon. Dat begint te wennen. Ik word steeds meer een Japanner!

In 2020 lees ik dat Lodge Camilla door de Corona-crisis haar deuren gesloten heeft. Minshuku Ansyuku lijkt nog wel open te zijn. De eigenaren daarvan zijn wel op leeftijd. Het is voor toekomstige henro handig om tevoren te checken of ze open zijn.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *