Categorieën
Blog Reisverslag

Dag 24 – In Ehime klim ik 300 meter en slaap in mijn eerste ryokan

Vandaag laat ik de prefectuur Kochi echt achter me. Wat dat betreft ben ik halverwege de tocht, hoewel ik pas na tempel 40 de 600km bereik. Het ritme van de tocht zit in mijn systeem, vandaag geniet ik vooral van de alom aanwezige paddenstoelen.

18 september 2019 – Vannacht werd ik twee keer wakker; het gefrituurde eten lag me zwaar op de maag. Toch moest ik door mijn wekker wakker gemaakt worden. Het ontbijt is om zes uur. De andere henro zit er al klaar voor. We praten even met elkaar voordat het eten komt. Hij vertelt me dat hij op zijn motor alle tempels langsgaat, want wandelen dat kan hij niet. Zijn gewicht is te hoog voor zijn knieën, zegt hij met een glimlach.

Ik oogst respect door een rauw ei te eten

Mijn gastheer zet een blaadje met het ontbijt voor me neer. Mijn buurman geeft me weer rijst. Ik heb mijn eitje al boven mijn rijst gebroken als de gastheer zijn hoofd om de hoek van de deur steekt. Hij wil me vragen of hij het ei moet koken. Als hij ziet dat ik een rauw ei op mijn rijst eet bij het ontbijt, zie ik zijn verbazing. En dan blijkt ook nog eens dat ik de gefermenteerde boontjes lekker vind. Als we afscheid nemen, noemt hij me een ware Japanner!

En weer op weg

Rond half zeven sta ik buiten. Ik heb dus ruim de tijd voor de 24 kilometer van vandaag. De route leidt me via een bergruggetje terug naar de kust. Op het eerste stuk steek ik de grens tussen Kochi en Ehime over. Vandaag ben ik qua prefecturen halverwege en aan het eind van de dag zitten de eerste 600km er bijna op. Ik kom langs een rijschool. Dat is niet te vergelijken met de Nederlandse situatie. Hier hebben ze hele verkeersparken, waar de kandidaten eerst op het ‘circuit’ leren rijden. Ik vind het prachtig om te zien hoe ze daar alle verkeerssituaties nabootsen.

Prachtige, kleurrijke putdeksels

Toeristische informatie over Sukumo

In Sukumo krijg ik een toeristische folder in mijn handen gedrukt van een oudere man. De winkels en wat van de bezienswaardigheden staan erin, met foto’s en prachtige teksten in het Engels. Het is best een mooi ding, maar zwaar en groot. Dat is niet handig als je wandelt en alleen een rugzak en tempeltasjes bij je hebt. Bij een rust in de Family Mart laat ik de folder achter. Daar laad ik ook mijn telefoon even op, terwijl ik koffiedrink. Ik browse een beetje op Facebook en bezoek de Nederlandse henro-groep.

Een colletje

Het eerste stuk liep lekker weg, een beetje slingerend langs de route <56>, vaak even parallel via een wat minder drukke weg. Maar ik mag niet te vroeg juichen: als ik na Sukumo richting de grens wandel, dan blijkt het stijgen naar 300m hoogte best intensief. Gelukkig is het een mooi stuk van de route, door de bossen en over de rug van de heuvels/ bergen.

Tekeningen van een basisschool helpen me de berg op.

Op mijn gemak rust pakken

Na de klim volgt een heel geleidelijke afdaling. Het is een prachtige route vandaag, met mooie vergezichten. De baai komt in zicht. Vandaag doe ik het rustig aan. Ik maak gebruik van de henro-hutten die ik tegenkom. Bij de Lawsons’ na Matsuo Daishi, kom ik de Japanse van gisteren weer tegen. We groeten elkaar en gaan ieder ons weegs. Zij volgt de route <56>, ik ga ‘bovenlangs’ via kleinere wegen naar tempel 40. Die route is fraai. Ik geniet vooral van de vele paddenstoelen die overal hun kopje boven het gevallen blad uitsteken. Opeens vallen ze me op. Zou dat de overgang van de ascetische training naar de verlichting van het heden zijn?

Verdwaald: ik krijg hulp onderweg

Ondanks de veelheid aan routepijlen en uitgeschreven aanwijzingen, verdwaal ik een stukje. Ik mis een afslag en wandel een heel eind langs de rijstvelden. De weg wordt smaller en smaller. Bij een akkertje zie ik een familie de rijst oogsten. De dochter ziet me als eerste en spreekt me aan. Ik vraag haar de weg, samen kijken we op de kaart. Dankzij de Japanse routegids weet ze waar we zijn en kan ze me aangeven hoe ik het beste weer terug kan komen bij de route. Ik moet een klein stukje teruglopen en dan afslaan. Ik hoor in gedachten mijn dochter me uitlachen, want ik heb haar uitgelegd dat je door de grote hoeveelheid pijlen gewoon niet mis kan lopen… en dat blijkt dus niet waar!

De geur van verbrande rijst

Onderweg komt de geur van verbrande, natte rijst me tegemoet walmen. Op een veldje is de oogst al binnengehaald. Een deel van de rijst laten de boeren achter en steken het in brand. Dat offer helpt om volgende keer weer een goede oogst te hebben. De as wordt later weer over de vochtige akkertjes verspreid als bemesting. Die geur van verbrande rijst voeg ik toe aan mijn pallet geuren van Japan. De intense geur van rijpe rijst hoort ook in dat rijtje thuis. Dat is met niets te vergelijken.

Genieten onderweg

Ik merk dat ik vandaag echt geniet van de wandeling. De tocht is nog steeds indrukwekkend, surrealistisch, vervreemdend en hartverwarmend. Japanners zijn -hier- zo aardig en behulpzaam, je kan bijna niets fout doen. Met wat Japanse woorden is het zo eenvoudig en fijn om contact te maken. Dankzij mijn witte outfit hoef ik daar vaak ook niet eens het initiatief toe te nemen. Japanners komen vanzelf naar me toe, geven me even aandacht en krijgen daarvoor een osamefuda terug. Zij gaan mee op mijn pelgrimstocht!

Even een Fuji-supermarkt in

Ik trakteer mezelf op koffie en een gebakje in een grote supermarkt. Als ik dat op heb, doe ik ook even boodschappen, zodat ik voor morgen wat te eten heb. Het aanbod is overweldigend. Een supermarkt door lopen is al een avontuur op zich. Ik moet me echt bedwingen om niet te veel te kopen. Vanavond wordt er gewoon weer voor me gekookt, ik heb dus niet zoveel nodig.

Tempel 40, Kanjiza-ji

Tempel 40 staat helemaal in de steigers. Er zijn schilders bezig met het hoofdgebouw. Als ik daar naartoe loop, kom ik de Japanse henro weer tegen. We groeten elkaar en maken voor het eerst echt contact. Ze spreekt een beetje Engels en samen met mijn Japans kunnen we eenvoudig met elkaar praten. Ze wil graag dat ik een foto van haar maak met haar mobiel waarop zij voor de main-dou staat. Dat doe ik natuurlijk met plezier. We wensen elkaar een fijne henro en zeggen tot ziens. Wie weet komen we elkaar weer tegen: we gaan dezelfde kant op!

Mijn eerste ryokan

Als ik aankom bij ryokan Kisiragi, word ik uitgebreid welkom geheten. De gastvrouw legt me omstandig uit hoe alles werkt. Ze wijst me op het gebruik van de slippers, het feit dat ik me eerst moet wassen voordat ik gebruik mag maken van het bad, waar de eetzaal is, hoe laat het eten komt, kortom: ze doet alsof ik nieuw ben… en dat doet een beetje pijn. Ze heeft wel een nette ryokan in beheer. En ’s avonds krijg ik heerlijke tempura groenten, zo uit de frituurolie op mijn bord. Ik vind het heerlijk om meer groente dan vlees en vis geserveerd te krijgen.

En weer een zoektocht naar een slaapplek

Mijn gastvrouw probeert een overnachtingsplek voor me te vinden. Morgen staat een berg van 400m gepland, dus ik wil daarna niet te ver (moeten) doorlopen. In Iwamatsu zijn wat ryokans te vinden. Helaas lijkt het erop dat de telefoonnummers in de gids niet kloppen. Ze reserveert uiteindelijk bij Ryokan Shinabashi. Daar kan ik ook weer avondeten en ontbijten. Fijn dat het voor elkaar is!

Terugkijken op een fijne dag

Als ik na het eten terug ben op mijn kamer, merk ik dat ik vandaag veel bezig geweest ben met wat ik hier en nu meemaak. De afgelopen periode was ik nog erg bezig met mijn verleden en met de (fysieke) uitdagingen van de tocht zelf. Vandaag genoot ik van het hier en nu, filosofeerde ik over alles wat anders is dan ik gewend ben: taal, cultuur, slaaptijden, eten, religie en de rituelen. Ik heb me aangepast aan die nieuwe situatie.

Vooruitplannen

Via Facebook krijg ik een tip van Elly Jührend: probeer na tempel 43 de tsuyado bij bangai 8, Toyogahashi, waar Kūkai onder de brug slaapt. En er is ook tsuyado te vinden bij tempel 47 en tempel 51! In beide tempels tref je aardige mensen en een prima tsuyado. Ze hebben alle drie futons en dekbedden! Daar ga ik mijn voordeel mee doen: de komende dagen dus even kijken hoeveel kilometers ik kan maken, zodat ik langs die drie plekken kan trekken.

2 reacties op “Dag 24 – In Ehime klim ik 300 meter en slaap in mijn eerste ryokan”

Ik stuitte op je tips en je verslag via de Nederlanse ohenro facebook groep. Ik vond het nuttig (en vooral leuk) om te lezen. Is het vervolg (na dag 24) ook ergens te vinden?
Ik bereid mij op dit moment voor op mijn eerste ohenro in maart-april 2024.

Leuk om te horen. Dan zijn we parallel aan elkaar op Shikoku komend jaar. Ik start half februari. De dagen na 24 zijn nog in concept. Ik ga aan de slag om ze publiceerbaar te maken: jouw vraag motiveert me weer om te gaan schrijven.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *