Categorieën
Blog Reisverslag

Dag 23 – De laatste dag in Kochi, twee tunnels en een gezellig gesprek met oude Japanse dames

Vandaag wandel ik de kortste route naar tempel 39. Op z’n Japans neem ik twee tunnels en wandel langs een stuwdam. Daar krijg ik o-setai van drie lieve oude dames. ’s Avonds overnacht ik naast tempel 39 in Minshoku Shima-ya.

17 september 2019 – Na een heerlijk nachtrust ben bijtijds wakker. Om kwart voor zes heb ik al mijn spullen weer in de rugzak, de futons netjes opgevouwen en de hoezen van dekbed en kussen afgehaald. Als ik naar voren loop, waar de eetzaal is, zie ik dat het ontbijt al op me wacht. Ik geniet van de scrambled eggs bij mijn rijst. Nadat ik betaald heb, krijg weer twee rijstballen mee over onderweg.

Ontbijt met scrambled eggs

Variatie in de route

Kwart over zes stap ik de koele ochtend in en steek de brug over. Het eerste deel van de route leidt me terug naar Shinnen-an. Om niet dezelfde route te wandelen als eergisteren, wandel ik aan de andere kant van de Shimonkae-rivier. Dat is een mooie route, rustiger dan langs de drukke <321>. Na 3,3 km moet ik helaas verder langs die weg.

Shinnen-an

Shinnen-an is mijn eerste rust. Daar staat een mooie open rusthut, waar ik me even installeer. Er komt een Japanse dame in henro-outfit aangelopen. We groeten elkaar, waarna zij de toiletten opzoekt. Later zie ik haar weer bij tempel 39. Blijkbaar hebben we een vrijwel gelijk tempo gewandeld, zonder dat we elkaar in de tussentijd gezien hebben.

Rust naast een beekje

Via de Naruyama pass wandel ik naar Mihara. Verderop langs de route kan ik geen rusthutten vinden, terwijl die er volgens de kaart wel moeten zijn. De enige die ik zie is smerig en vervallen. Daar ga ik echt niet zitten! Iets verderop zie ik een oude houtzagerij met een beekje erachter. Op een laag muurtje kan even rusten, wat drinken en één van de rijstballen eten. Ik trek mijn schoenen uit om mijn sokken te wisselen en laat mijn blote voeten even drogen. Het is heerlijk om hier even alleen het gekabbel van een beekje te horen en tussen het groen te rusten.

Tunnels op de route

Als ik verder ga, wandel ik door twee tunnels. De eerste is best een moderne, met een ‘echt’ verhoogd voetpad langs de rand van de weg. Dat voelt wel zo veilig, hoewel de passerende vrachtwagens door de luchtdruk aan me trekken terwijl ik wandel. Ik ben blij dat ik er doorheen ben. De tweede tunnel is oud, nauw en heeft nauwelijks een voetpad. Eigenlijk loop ik op de strepen die het einde van de rijbaan aangeven. Gelukkig is er dit keer weinig verkeer. Ik versnel mijn tempo en wandel met een kilometer of zeven per uur naar het eind van de tunnel. Daar kan ik weer opgelucht ademhalen.

Hoogtevrees op de brug

Over een hoge brug wandel ik richting een stuwmeer. Ook dit keer wandel ik op de strepen op de weg, terwijl rechts naast me een vangrail me scheidt van de afgrond. Ik merk dat ik last krijg van hoogtevrees. De diepte trekt me aan en jaagt me angst aan. Met lange passen maak ik voort om van deze kwelling af te zijn. Zodra ik vaste grond onder mijn voeten heb, kan mijn tempo weer terug naar normaal. Mijn hartslag komt ook weer langzaam tot rust. Via een zijpad kom ik bij de stuw, als ik achteromkijk, zie ik die enge hoge brug liggen waarover ik net nog wandelde.

Yakult o-setai

Bij de stuw is een mooi parkje, met bankjes onder een afkapping. Een aantal bejaarde dames zit gezellig met elkaar te babbelen, terwijl ze aan het breien zijn. Ze willen natuurlijk weten waar ik vandaan kom, waarom ik de henro wandel en hoelang ik in Japan blijf. Na de nodige oh’s, ah’s en een genki-desu, yo! staat een van de dames op om iets uit de vending machine te halen. Ik krijg een ananas-yakult als o-setai: dat is goed voor me, het helpt me om weer energie op te doen. Want als wandelende pelgrim heb ik die energie wel nodig, vinden zij! Ik geef hun ieder een osamefuda met de wens dat ze maar lang moge leven.

Koffie en lekkers voor straks

In het dorpje voor tempel 39 stop ik even bij de konbini. Ik wandel even om, want ik ga graag naar de Family Mart. Ik drink een ijskoffie en koop chocolademelk en chocolade voor straks als ik op mijn bestemming ben. Ik hoop dat de eiwitten van de melk helpen mijn herstel te bevorderen. Soms kies ik voor yoghurt of kwark, maar mijn voorkeur heeft chocomelk. Bij iedere konbini en supermarkt moet ik even kijken of ze mijn merk hebben. Als ik naar buiten stap, merk ik dat de wind aanvoelt als een föhn. Het is heet, de zon staat hoog aan de hemel en het waait best hard.

Tempel 39, Enko-ji

Op weg naar de tempel zie ik dat ze ook hier beton aan het storten zijn om een snelweg aan te leggen. Het hele eiland lijkt wel een bouwput. Gelukkig heb ik er weinig last van, de route naar de tempel is mooi. Aan het eind van de straat zie ik de toegangspoort liggen en dan is het tijd om de tempel te bezoeken.

Een oase van rust

Ik klim rond een uur of twee het trapje op en begroet de poortwachters. Ik dank hen voor de veilige tocht. Vandaag merkte ik, dat het wandelen echt als natuurlijk voelt. Vandaag had ik weer mijn bepakking op mijn rug, toch voelt mijn lijf prima na de 30 kilometer wandelen met maar drie keer een rust. Zodra ik de tempel binnen ben en mijn rugzak bij een bankje heb gezet, voel ik ook de rust van deze plek.

Veel pelgrims in de tempel

Ik zie veel pelgrims in de tempel. De meeste hebben blinkend witte hakui aan, die komen met de auto of een busje. Mijn bezwete en verwassen outfit valt hen op. Meestal is het aanleiding voor een kort gesprekje. Als wandelende pelgrim krijg ik veel respect!

Prachtige tempel

De tempel heeft een mooie vijver met koi-karpers en een prachtige tuin. Er staat een standbeeld van een schildpad met een bel op zijn rug. Volgens een legende is er in 911 echt een schildpad aangekomen bij deze tempel. Die moet een aardige tocht gemaakt hebben, want de tempel ligt behoorlijk landinwaarts.

Tijd voor de rituelen

Ik neem ruim te tijd voor mijn rituelen bij de main en daishi-dou. Ik heb inmiddels een ritme gevonden waarop ik de hart-soetra kan zeggen. Ik heb geen idee wat een Japanner daarvan vindt. Gelukkig merk ik dat ieder van hen een eigen manier heeft om de soetra op te zeggen. Soms rinkelen ze een belletje bij iedere soetra, sommigen bij iedere regel en anderen zingen de soetra. Ik hou ervan dat je gewoon je eigen ding kunt doen. Als ik de tempel uitwandel, kom ik de Japanse dame tegen die ik eerder bij Shinnen-an zag.

Minshuku Shima-ya

Rond een uur of drie is het tijd om de tempel achter me te laten en de minshuku te zoeken. Dat is eenvoudig. Het gebouwtje ligt langs de weg en op het uithangbord staat de naam in kanji en hiragana geschreven. Inmiddels heb ik zoveel hiragana gezien, dat ik het meeste kan lezen of minimaal begrijpen.

De baas is nog van huis

Ik doe mijn schoenen uit en trek slippers aan. Op mijn sumimasen! komt echter geen reactie. Het is ook nog vroeg, meestal komen pelgrims later aan. Dan komt er een enorme Japanner aangelopen. Hij maakt me in het Japans duidelijk dat de baas er nog niet is en dat ik even moet wachten. Hijzelf is op weg naar de o-furo, daar kan ik na hem naartoe.

Inchecken, wassen, baden en rusten

Na een minuut of tien komt de baas aan. Hij schrijft mijn naam op, laat me gelijk maar betalen en geeft aan dat ik om half zes voor het eten wordt verwacht. Dan leidt hij me naar boven, naar mijn slaapkamer. Weer de vertrouwde tatami-vloer met futon. Als ik me geïnstalleerd heb, klopt de andere gast op de deur: ik kan de badkamer gebruiken. En even later lig ik, na me heerlijk schoongeboend te hebben, in het hete bad te weken. Dat vinden mijn spieren fijn!

Uitgebreid warm eten

Na het badderen schrijf ik mijn avontuur van vandaag in mijn notitieboekje en kijk wat de dag van morgen me gaat brengen. Na tempel 40 ligt een stevige berg. Het lijkt me fijn om die in de ochtend te beklimmen. Straks even aan mijn gastheer vragen of hij een overnachtingsplek kan regelen vlak bij die berg. Om half zes ben ik beneden en ga naast de enorme Japanner zitten. Hij schept lauwe rijst voor me in en even later komen de koude gefrituurde hapjes, stomend hete soep en sashimi. Vanavond weinig groens op het bord. Ondanks dat laat ik het me smaken. Na afloop schenkt de andere gast ook nog een theetje voor me in.

Laatste dag in Kochi: morgen een korte route

Ik vraag mijn gastheer de overnachting voor morgen te regelen. Hij belt met Minshuku Beach: gesloten, met Minshuku Yoshimoto: die nemen niet op. Uiteindelijk wordt het op zijn advies ryokan Kisaragi, want van de andere minshuku en het hotel weet hij dat die vol zitten. Dat betekent morgen een korte dag en het bijstellen van mijn plannen. Soms zit het mee, soms zit het tegen!

Bij de uitgang van de tempel staat al een routewijzer naar tempel 40

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *